Het geld wordt gestort in een op te richten Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen. Starters en gezinnen met een bruto jaarinkomen tussen de 40.000 en 65.000 euro, kunnen straks maximaal 75.000 euro korting krijgen op de aankoop van een nieuwbouwhuis. Zo kunnen zij zich een eengezinswoning of appartement van ongeveer 280.000 euro veroorloven.
Wanneer de woning later wordt verkocht, moet de subsidie weer worden terugbetaald, plus een deel van de eventuele winst. Met dat geld kan het fonds dan weer nieuwe starters helpen. Mocht de woning onverhoopt in waarde dalen, dan kan het terug te betalen bedrag lager uitvallen.
Volgens CDA-Kamerlid Jaco Geurts is het met de huidige hoge huizenprijzen en de stijgende hypotheekrente voor mensen met een middeninkomen onmogelijk geworden een huis te kopen, waardoor ze zijn aangewezen op vaak dure huurhuizen. De gemiddelde koopprijs voor een huis ligt nu overigens rond de vier ton.
Het fonds is vorige week gelanceerd door de stichting OpMaat, een landelijk expertisecentrum voor de woningmarkt. Het fonds sluit aan bij al bestaande regelingen voor middeninkomens zoals de KoopStart-regeling, waarbij de projectontwikkelaar een deel van de verkoopprijs voorschiet die pas hoeft te worden terugbetaald na verkoop van de woning.
Verschil met bestaande regelingen is dat er in het nieuwe fonds overheidsgeld zit. OpMaat had gevraagd om een bijdrage van 82 miljoen euro van het Rijk, zo veel krijgt het nu niet. Het idee was dat er tot 2030 dan zo'n 1500 tot 5000 nieuwbouwwoningen aan starters konden worden verkocht.
In het regeerakkoord hadden VVD, D66, CDA en ChristenUnie al afgesproken dat ze starters wilden helpen bij het kopen van een woning, bijvoorbeeld door een nieuwe vorm van premie A-woningen. Dat systeem van met overheidsgeld gefinancierde koopwoningen voor lage inkomens is in 1988 afgeschaft. Nu keert dat systeem in een andere vorm weer terug.