Dat de gemiddelde huurstijging dit jaar lager uitvalt, komt vooral doordat woningcorporaties hun sociale huurders nauwelijks meer lieten betalen. Sociale huurders betalen bij woningcorporaties dit jaar gemiddeld maar 0,1% meer huur. Dat was vorig jaar 2,6%. Dit terwijl sociale huurders die van particuliere eigenaren huren, gemiddeld 3,7% meer betalen dan vorig jaar.
In de vrije sector is de gemiddelde huurgroei 4,5%. Nederland telt ongeveer 2,6 miljoen sociale huurwoningen en 600.000 vrije huurwoningen.
Bewonerswisseling
De huurstijging van zowel sociale als vrijesectorwoningen is door het kabinet aan banden gelegd. Als een huurwoning van bewoner wisselt, heeft een eigenaar meer vrijheid om de huur flink te verhogen. Dan hebben zij ook kans om voor zichzelf die overheidsmaatregel te compenseren. Gemiddeld stegen de huren bij een bewonerswisseling met 10,9%. Sinds 2014 zijn de huren bij bewonerswisselingen niet zo hard gestegen als in 2023, constateert het CBS.
Van de vier grote steden stegen in 2023 de huren in Amsterdam met 2,8% het sterkst. In Utrecht stegen van de vier grote steden de huren met 2,4% het minst. Bewonerswisselingen hadden in Utrecht ook het minste effect op de huurontwikkeling (0,6%).
Op provinciaal niveau stegen de huren in Friesland gemiddeld het hardst, inclusief bewonerswisseling stegen de huren hier met 2,4%. De huren stegen het minst in Flevoland, 1,2%. De stijging wordt in deze provincie voor de helft (0,6%) veroorzaakt door bewonerswisselingen