ING rekent voor 2023 op een daling van de prijzen van bestaande huizen met zo’n 6%. Tot en met halverwege 2024 gaat er volgens de bank zelfs zo’n 10% af, waarmee de huizenprijzen terug zouden zijn op het niveau van het derde kwartaal van 2021. Ondertussen zakt de prijs van nieuwbouwwoningen naar verwachting niet verder terug.
Het oplopende prijsverschil met bestaande woningen is volgens Van der Doelen slecht nieuws voor de nieuwbouw. „Op korte termijn kan deze ontwikkeling de voortgang van de bouwproductie in gevaar brengen, omdat kopers nu vaker kiezen voor een bestaande woning. De voordelen voor kopers zijn niet alleen het inmiddels grotere aanbod en de snellere beschikbaarheid. Door het prijsverschil loont het om nu ook te investeren in verduurzaming van de gekochte woning.”
Dat de prijs van nieuwbouw niet dezelfde neergang doormaakt als bestaande woningen, komt volgens de expert vooral door de stijging van de arbeidskosten en prijzen voor bouwmaterialen als beton, cement, bakstenen en dakpannen. „Ook spelen de toegenomen kosten om een bouwproject van de grond te krijgen een rol”.
Op de langere termijn verwacht Van der Doelen dat de prijskloof wel kleiner wordt. „Doordat nieuwbouw de trend van de prijsontwikkeling van bestaande woningen zal moeten volgen om concurrerend te blijven.” Hij ziet daar wel mogelijkheden toe. „Digitaliseren en industrialiseren kunnen de bouwkosten met 10 à 15% terugdringen. Dit lukt niet van de ene dag op de ander, maar gelukkig zijn veel bedrijven hier al actief mee bezig.”