Gemiddeld lagen de Nederlandse huren 5,4% hoger dan in juli vorig jaar, meldt het CBS woensdag. Dat is de grootste huurstijging sinds 1993. Vorig jaar stegen de huren met gemiddeld 2,0%.
Bij particuliere verhuurders van sociale huurwoningen lagen de prijzen 5,7% hoger. Dat is nog maar net onder de maximaal toegestane huurgroei van 5,8%. Verhuurders konden er ook voor kiezen inkomensafhankelijke huurverhogingen door te voeren. Een jaar eerder was de stijging bij sociale verhuurders met 0,1% nog erg laag, door inkomensafhankelijke huurverlagingen.
Vrijesectorwoningen stegen in juli met 5% minder hard in huurprijs dan sociale huurwoningen. Dit kalenderjaar is de maximale huurverhoging voor een vrijesectorwoning 5,5%.
Effect
Als een woning overgaat naar een nieuwe huurder mag de huur meer stijgen dan de maximaal toegestane reguliere huurverhoging. Als dat effect buiten beschouwing wordt gelaten, bedraagt de gemiddelde huurstijging 4,7%. Het effect van bewonerswisselingen was 0,7%, in 2023 was dit effect hetzelfde.
De grootste huurstijging vond plaats in de gemeente Rotterdam, hier stegen de huren met gemiddeld 5,9%. In Utrecht stegen de huren gemiddeld 5,8%. Amsterdam kende de minst grote huurstijging van de vier grote gemeenten met 5,2%.
Op provinciaal niveau stegen de huren inclusief bewonerswisselingen het hardst in Drenthe, namelijk met 5,8%. Het effect van bewonerswisselingen was daar, samen met Noord-Holland, op provinciaal niveau ook het hoogst. In Noord-Holland stegen de huren zonder bewonerswisseling wel minder hard dan in Drenthe, waardoor het gemiddelde cijfer met 5,3% ook lager uitkomt.
De netto-huurprijs bij de start van het huurcontract bepaalt of een woning een vrijesectorwoning (geliberaliseerd) is. Als deze huur boven de zogenoemde liberalisatiegrens ligt, geldt dat de woning als vrijesector beschouwd wordt, ligt deze prijs onder de liberalisatiegrens dan is dit een sociale huurwoning. In 2024 ligt de grens op €879,66 per maand.